Dossier bij de praktijktafel 'privacy en andere angels'

item_left

Praktijktafel over privacy en andere angels

item_right

Dossier bij de praktijktafel 'privacy en andere angels'

Dossier

Lokale netwerken krijgen te maken met moeilijke thema’s zoals de privacy en het afbakenen van een doelgroep die recht heeft op ondersteuning voor vrijetijdsparticipatie. Reden te meer om hierover een praktijkuitwisseling op te zetten. Dat deden we op dinsdag 11 december 2012 in Antwerpen.  We vertrokken vanuit de praktijk van een OCMW in het omgaan met zowel privacy als criteria. We kregen een toelichting van Maarten François over de werking van Surplus in Kortrijk en hoe zij omgaan met criteria in privacy.

Karen Maes bracht vanuit haar ervaring bij het Fonds Vrijetijdsparticipatie een reflectie hierop. Daarna werkten we verder in twee praktijktafels, respectievelijk over het thema privacy en over het thema criteria. 

TAFEL 1: HOE ARMOEDECRITERIA GEBRUIKEN IN PRAKTIJK VAN LOKALE NETWERKEN?

Hoe ga je in de praktijk om met bestaande armoedecriteria? Wie minder heeft dan 60% van het mediane (niet het gemiddelde) beschikbare inkomen in het land waar hij of zij woont, wordt beschouwd als inkomensarm. Hoe bepaal je in een lokaal netwerk wie recht heeft op ondersteuning voor vrijetijdsparticipatie? Het participatiedecreet en meer bepaald artikel 22 betreffende de lokale netwerk vrijetijdsparticipatie, legt zelf geen bindende criteria op voor het afbakenen van de genoemde doelgroep ‘mensen in armoede’.  Ga je voor een objectieve grens zoals bijvoorbeeld het OMNIO-statuut en hoe werkt dit uit in de praktijk? Heb je vanuit het netwerk een zicht op die groepen die uit de boot vallen en gaan jullie daar mee om? Hoe betrek je armoede-verenigingen zelf bij het mee bepalen van criteria en afbakenen van de doelgroep?

TAFEL2: HOE REKENING HOUDEN MET RECHT OP PRIVACY EN WAARDIGHEID?

Het netwerk vrijetijdsparticipatie geeft kansen aan mensen in armoede en vaak ook heel concrete financiële tegemoetkoming. Maar dat betekent niet dat je je ziel bloot moet geven om in aanmerking te komen voor een toelage. De mensen in armoede achter de rode cijfers hebben nood aan bescherming van hun persoonlijke gegevens. Vaak wordt het OCMW dan ook ingeschakeld om die gegevens te checken. Maar wat met die mensen die geen cliënt zijn van het OCMW? Hoeveel informatie hebben diensten nodig om een recht op vrijetijdstoelage toe te kennen? En wat is een haalbare procedure voor de diensten zelf? Hoe zit met de privacywetgeving? Hoe ga je bijvoorbeeld op een goede manier om met de gegevens uit de kruispuntbank…?