Cahier van Demos verschenen tussen 2008 - 2015
Iedereen thuis in jouw cultuurhuis?
item_left
item_right
Iedereen thuis in jouw cultuurhuis?
Cultuurhuizen streven ernaar een ‘derde plek’ te zijn: een plaats waar mensen kunnen samenkomen, uitwisselen, leren en genieten van een laagdrempelig aanbod. Mensen met diverse identiteiten zoeken een ‘safer place’, een tweede thuis waar ze zich veilig kunnen voelen en actief kunnen deelnemen.
@WieBa Photography
Derde plek
Een derde plek is een plaats weg van thuis (je eerste plek) en school of het werk (je tweede plek). Het is een plek waar je graag komt en je je onderdeel voelt van een gemeenschap. In hun vrije tijd zoeken mensen naar een gemeenschap waar ze verbinding kunnen maken, maar het gaat verder dan alleen een ontmoetingsplek. Ze willen ontspannen, uitwisselen, leren en genieten van een aanbod zonder drempels én dat aanbod misschien ook mee vormgeven. Mensen met diverse achtergronden zoeken vooral een veilige plek waar verschillende identiteiten welkom zijn, waar de host actief probeert om zoveel mogelijk drempels weg te nemen en de plek toegankelijk maakt voor iedereen.
Naar een open huis toewerken met een inclusieve werking én aanbod realiseer je stapsgewijs. Veel cultuurhuizen doen al heel wat inspanningen om van hun huis een derde plek te maken: een plek waar iedereen zich welkom en veilig voelt. Toch ervaren velen nog drempels. Cultuurhuizen botsen op infrastructurele uitdagingen, zien interne gedragenheid en medezeggenschap van burgers als een belangrijk én moeilijk proces. Kan je via een cultuurhuis iedereen bereiken? Hoe zorg je ervoor dat zoveel mogelijk mensen zich thuis voelen in jouw cultuurhuis? Hoe bereik je die diverse stemmen en kleuren?
Koffie als bindmiddel
Inzetten op een open huis of een derde plek is een langzaam groeiproces. Dit blijkt uit een gesprek met Pieter, Dorien en Thomas tijdens Connect Futuur, de jaarlijkse ontmoetingsdag van Cultuurconnect en cult!. Pieter werkt voor 30CC en coördineert de participatieve jongerenwerking. Dorien is verantwoordelijke bij GC Nekkersdal in Brussel. Thomas is coördinator van Cc Den Bussel te Keerbergen.
Vijf jaar geleden had het cultuurhuis in Keerbergen een nogal grijze, traditionele en zeer functionele werking. Vandaag is het een ontmoetingsplek voor diverse mensen. Thomas bracht verandering door simpelweg een bank met boekjes en een pot koffie in de voortuin te plaatsen. Senioren uit de buurt pikten hier meteen op in, wat leidde tot de vraag: hoe kunnen we dit breder faciliteren?
Thomas: ‘Aanvankelijk had ik me wat vergaloppeerd in meer organiseren. Maar dat was te top-down. Dus ben ik meer gaan faciliteren.’
Niet nog meer gaan programmeren maar kijken wat er van onderuit gebeurt, via kleine initiatieven versterken en kijken naar de noden. Veel mensen hebben nood aan een veilige ontmoetingsruimte. Cultuur en een professioneel cultuuraanbod faciliteert dat. Thomas plaatste zitbanken in de centrale hal met Wifi en aansluitingen zodat mensen er kunnen werken, wachten of hang-tijd doorbrengen. Zo ontstond het idee om via een interieurproject het huis als derde plek open te stellen. Cc Ten Bussel vertrekt steeds vanuit concrete noden zoals de jongeren die zoeken naar een hang - of studeerplek. Door in te zetten op die noden bereiken ze vandaag een doelgroep die ze eerder niet vonden. Via een Whatsappgroep met wel 50 studenten communiceren ze rechtstreeks over het aanbod en beantwoorden ze allerlei vragen.
Hierna zijn ze meer noden gaan detecteren bij gebruikers en bij specifieke doelgroepen, bij stemmen die ze nog niet bereikten. Door structureel en participatief een netwerk te onderhouden, en kritisch om zich heen te luisteren. Een derde plek kan je zien als een strategie om mensen toe te leiden naar je aanbod en naar je huis, om ruimte te maken voor allerlei organisaties die zich eerder in de periferie bevinden.
Hier en daar falen is zeker een optie
Cultuurhuizen willen hun kerntaak verbreden. Ze willen meer bieden aan hun publiek dan gewoon naar een voorstelling komen kijken. Dus zetten ze de deuren wagenwijd open, wat niet enkel een impact heeft op hoe het huis werkt maar op iedereen. Een nieuw en divers publiek brengt nieuwe uitdagingen met zich mee. Je huis en je medewerkers moeten meebewegen op het tempo van die veranderingen. Het aanbod wordt anders ingevuld, het huis wordt op andere momenten in beslag genomen, er sneuvelen kaders en gewoontes.
Thomas: ‘Je moet je medewerkers meenemen in het veranderingsverhaal'. Diversiteit is een groeiproces en zorgt af en toe voor conflict. Thomas wou soms te snel gaan en merkte dan ook op dat het personeel dat daar al twintig jaar werkt soms moeite heeft met die open ruimte. Het feit dat er mensen rondhangen die ze niet kennen, ook na de openingsuren, of een deel van hun werkplek dat plots gedeeld moet worden. 'Enkelen voelden zich niet meer veilig op hun eigen werk, daar ben ik heel snel mee aan de slag gegaan.' Eén van de moeilijkste zaken in de derde plek vind ik persoonlijk het tempo en het bewaken van die verandering voor iedereen die betrokken is. Er is nu wel een (waarden)kader: wat kan wel en niet. Je moet duidelijkheid aan je personeel geven, ook aan de bezoekers. Wanneer je gaat uitbreken en experimenteren, wordt het soms moeilijk omdat mensen dan het gevoel hebben dat ze hun job niet meer goed kunnen uitvoeren of geen kwaliteit kunnen garanderen. Terwijl wij dan eigenlijk vinden dat die kwaliteit nog niet moet gegarandeerd worden. Een waardenkader opmaken kan het standaardiseren van dat proces zijn. Het is altijd een proces, een groeiproces, een langdurig proces van vallen en opstaan. Hier en daar falen is een optie.’
Een lach is een klein gesprek
Dorien: ‘Vele gewoontes veranderen. Vaak gebeuren die veranderingen heel organisch, vanuit het buikgevoel. Dat maakt dat je niet altijd weet waar je naartoe gaat. En je weet ook niet wat er in de plaats komt. Het is moeilijk om je medewerkers op voorhand daarin mee te nemen. Goed kritisch luisteren naar iedereen die betrokken is, naar de medewerkers en ook naar de bezoekers, de mensen die we nog niet bereiken, kunstenaars, groepen rond en in het centrum is zo ontzettend belangrijk.
Jongeren die binnendringen en brandblussers leegspuiten zijn problematieken waar ook wij heel erg tegen aanlopen. We blijven met hen in dialoog gaan. We hebben één principe, iedereen is welkom, maar met respect voor elkaar, voor de andere gebruiker, voor het personeel en het gebouw. En soms botst het en werkt het niet. Het is niet de bedoeling dat je huis een plek wordt waar anderen zich niet meer welkom gaan voelen. Door bijvoorbeeld het programma in handen van die jongeren te leggen, gaan ze zich de plek toe-eigenen, dan hebben ze het gevoel dat ze er ook thuis zijn. Creëer een draagvlak vanuit de jongeren. Wees aanspreekbaar en werk team gedragen. Het meest waardevolle is toch wel het directe en menselijke contact. Een lach is al een klein gesprek.’
Een derde plek is een safer space, je kan niet iedereen bereiken maar wel inzetten op zoveel mogelijk mensen die zich zo welkom en veilig mogelijk voelen. Dat doe je door in te zetten op toegankelijkheid, veiligheid, gedragenheid en bovenal, vriendelijkheid.
Infrastructurele impact op het welkomstgevoel
Cultuurhuis 30 CC is een klassieke schouwburg die zich op de Bondgenotenlaan bevindt, één van de centrale assen in Leuven. En toch, ondanks die centrale locatie, weten heel wat mensen niet wie zij zijn of wat zij doen. 30CC ondernam verschillende acties om de deuren open te zetten en hun werking bekend te maken, door bijvoorbeeld mensen te betrekken in de werking. Ze activeren de ruimte door participatief te werken, door eigenaarschap te geven aan burgers. Ze werken ook outreachend, via acties voor de deur. Een jongerenwerking werd opgestart die een deel van de programmatie in eigen handen neemt. Er werd een piano geplaatst in de inkomhal waar mensen op kunnen spelen en dat haalt nieuwe en nieuwsgierige mensen binnen. Na een vraag of er plek was in 30CC om te 3D printen is er nu ook het jeugdhuis ‘Shift’ voor digitale media. Het cultuurhuis ontruimde hiervoor een opslagplaats met een poort dat uitgeeft op de Bondgenotenlaan.
Pieter: ‘De jongerencultuur botst met de grandeur van de schouwburg. Dit is een vorm van dekolonisatie: het gebouw wordt teruggegeven aan iedereen. Het is onze taak om dat terug te geven aan de burgers en ervoor te zorgen dat iedereen er wel zijn plek kan vinden. Ontruimen, meubels van de hand doen en vervangen door 3D printers en computers, dat is een beetje breken met het verleden.’
Buurtbetrokkenheid en het verenigingsleven, dat is het startpunt van cultuurhuis GC Nekkersdal. Door participatief te werken bereiken ze nieuwe groepen via nieuwe activiteiten. Weg van het klassieke ter beschikking stellen van de plek. Naast het cultuurhuis kwam er een gebouw vrij en die extra ruimtes werden letterlijk weggegeven aan buurtorganisaties.
Dorien: ‘We gaven ruimte aan partners uit de buurt waar we nog niet mee samenwerkten en aan nieuwe initiatieven die aan het groeien waren en die een plek nodig hadden. Door hen binnen te halen stimuleer je zo een echte samenwerking. Uitdagingen zoals het afbreken van de verouderde theaterzaal, dwongen ons om anders te programmeren en met nieuwe partners te werken. Dat bracht ook nieuwe publieken mee. Het café is niet zichtbaar van de straatkant, dat maakt het echt moeilijk om bezoekers binnen te trekken. Er kwamen enkel mensen net voor of na een activiteit. Dus besloten we er een consumptievrije plek van te maken. Mensen hebben echt nood aan een plek waar ze gewoon kunnen naar toe gaan en hangen, zonder verplichtingen of verwachtingen. Sindsdien komt er dagelijks een oudere buurvrouw die niet zo veel contacten heeft, dat zijn van die kleine dingen die soms heel veel kunnen betekenen voor een buurtbewoner of voor een gemeenschap. We bieden er ook altijd gratis koffie en water, dat geeft een welkom gevoel. De buurt keuken met solidaire prijzen zorgt ook voor verbinding. Het project startte van onderuit. Het is heel tof om te zien dat het café nu van iedereen is, ook studenten komen er studeren. We hebben met onze infrastructuur toch een aantal kansen gezien en genomen.’
Vertrekken vanuit een bestaande infrastructuur is niet altijd evident. Je gebouw heeft impact op bereikbaarheid, op de manier waarop mensen zich al dan niet welkom voelen. Maar het kan een uitnodiging zijn om te groeien naar een meer ontmoetingsgerichte, inclusieve en bottom-up manier van werken.
Het is een samen-net-werk
Historisch zetten cultuurhuizen in op het ondersteunen van het Nederlandstalige verenigingsleven. Maar het verenigingsleven verandert, evolueert. Mensen komen samen op een andere manier in kortere engagementen en nemen daarin verschillende rollen op. Huizen zetten meer en meer in op een breed netwerk en samenwerkingsverbanden met buurtbewoners en met organisaties uit verschillende sectoren.
Thomas: Bij een problematiek met een dakloze jongere hebben we ons netwerk aangesproken en de sociale dienst van de gemeente ingeschakeld. Zij nemen een rol op die wij niet kunnen opnemen, we hebben die sociale achtergrond niet. Dat is belangrijk, het is een allesomvattend verhaal. Het gaat over mensen, behoeften en noden. ‘
Inzetten op een open huis vraagt een blik op de visie van je organisatie, wat kan leiden tot een (diepgaande) verandering in de structuur, in de dagelijkse werking van je organisatie.
Mede eigenaarschap en medezeggenschap van alle stakeholders, partners en ook je publiek, is een voorwaarde om tot een zo inclusief mogelijk huis te komen. Kijk naar de mechanismes die mensen uitsluiten om naar je aanbod te komen. Zorg voor een gedragen waardenkader dat gedeeld en erkend wordt door iedereen. Communiceer helder en duidelijk, zorg dat iedereen weet wat er van hen verwacht wordt. Geef ruimte aan wat iedereen kan en wil bijdragen. Vraag naar noden, ondersteun welzijn en wees aandachtig voor culturele gevoeligheden.
Cultureel ont-moeten
In het streven naar van een cultuurhuis een echte derde plek te maken wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen wat cultuur is en wat cultuur doet. Terwijl cultuur traditioneel wordt gezien als een verzameling van artistieke uitingen en culturele activiteiten, ligt de ware kracht van een cultuurhuis in zijn rol als ontmoetingsplek. Het gaat niet alleen om het presenteren van cultuur, maar vooral om het faciliteren van ontmoetingen en interacties tussen diverse mensen op een wijze waarbij mensen niet het gevoel hebben dat er iets moet, betaald, verantwoord, gemaakt of dat er deelgenomen moet worden.
Cultuur heeft het vermogen om mensen samen te brengen, ongeacht hun achtergrond. Dit gebeurt echter niet vanzelf. Een cultuurhuis moet bewust inzetten op toegankelijkheid en inclusiviteit om als ontmoetingsplek te kunnen functioneren. Het creëren van een 'safer place' is essentieel. Dit houdt in dat je actief werkt aan een omgeving waarin iedereen zich veilig en welkom voelt.
5 tips om van je cultuurhuis een open huis te maken
- Creëer een toegankelijke en gastvrije omgeving.
De negen b's van toegankelijkheid geven inzicht in de factoren die de toegankelijkheid van je cultuurhuis beïnvloeden.
- Betrek de gemeenschap actief.
Werk participatief en luister naar de noden van de gemeenschap. Betrek burgers in de werking en programmatie van het cultuurhuis. Lees hier over de 7 strategieën om participatief te werken.
- Faciliteer in plaats van organiseren.
Focus meer op het faciliteren van initiatieven van onderuit dan op het top-down organiseren van activiteiten.
- Zorg voor duidelijke communicatie en waarden.
Stel een waardenkader op dat duidelijk maakt wat wel en niet kan binnen het cultuurhuis. Communiceer helder naar zowel medewerkers als bezoekers om verwachtingen te managen en conflicten te minimaliseren. Het is belangrijk om duidelijkheid te scheppen, zodat iedereen zich veilig en welkom voelt.
- Onderhoud en versterk netwerken.
Bouw en onderhoud een breed netwerk van samenwerkingsverbanden met organisaties uit verschillende sectoren. Dit helpt bij het adresseren van diverse noden en behoeften die je zelf misschien niet kunt vervullen.
Door deze tips toe te passen, kun je van je cultuurhuis een inclusieve en uitnodigende derde plek maken waar iedereen zich thuis voelt.