Cahier van Demos verschenen tussen 2008 - 2015
Oproep en vooronderzoek ‘Sociale sportinitiatieven’
item_left
item_right
Oproep en vooronderzoek ‘Sociale sportinitiatieven’
Sociale sportinitiatieven: wie zijn ze en hoe ze op z’n best (h)erkennen?
Sport Vlaanderen gaf Demos een projectsubsidie om sociale sportinitiatieven in Vlaanderen te onderzoeken. Het doel is om deze initiatieven herkenbaar te maken en te peilen naar hun plaats in het beleid van lokale en Vlaamse overheden. “Het is de hoogste tijd om sociale sportinitiatieven op het podium te zetten en er een herkenbare familiefoto van te maken. We willen niet meteen alles in schone vakjes steken, maar wel meer duidelijkheid scheppen over hun mogelijke plek in het sportbeleid.” Dat is een eerste stand van zaken door beleidsspecialist Guy Redig.
Redig voert het onderzoek voor Demos uit. Hieronder schrijft hij over zijn vooronderzoek en lanceert hij tegelijk een oproep aan geïnteresseerden die willen meewerken.
Beeld: Bil Kleb - CC BY-SA 2.0
Sport en melk?
Sport is zoals melk, beide zijn goed voor elk. Weinigen betwijfelen de vele positieve eigenschappen van sport en beweging. Indien niet te fanatiek beoefend natuurlijk. Lichaam en geest genieten ervan, ze blijven in goede conditie. Samen sporten geeft nog een extra voldoening. Dit verklaart de vele duizenden sportverenigingen in Vlaanderen. In alle maten en gewichten, voor de meest uiteenlopende sporten. Het is dus niet verwonderlijk dat onze overheden sporten en bewegen sterk ondersteunen. Een samenleving waar vele mensen actief sporten zal ook fit en gezond blijven.
Toch zijn er vele mensen die daartoe amper tot niet komen. Als ze daar geen zin in hebben, tja, dan is dat hun keuze. Als ze daar onvoldoende kansen toe krijgen … dan moet daar iets aan verbeteren. Daarom kiezen de Vlaamse en ook de gemeentelijke overheden ervoor om sporten en bewegen te promoten, zoveel mogelijk mensen te prikkelen en te verleiden om het toch eens te proberen. Ze ondersteunen sportverenigingen en -federaties, bouwen sportinfrastructuur. Ze organiseren campagnes en zorgen voor geschoolde begeleiding. Dit alles samen noemen ze het sport-voor-allenbeleid. Om zoveel mogelijk mensen kansen te bieden op lekker sporten.
Niet mogen of kunnen meedoen?
Toch is er een koppig en lastig probleem. We onderzoeken al geruime tijd wie er allemaal met goesting aan dit breed sportbeleid deelneemt. En dan duikt altijd dezelfde conclusie op: mensen of groepen met bepaalde specifieke eigenschappen lijken amper of niet van dat mooie gesubsidieerde sport-voor-allen te genieten. Het gaat dan over personen met bijvoorbeeld beperkingen, of gevangen in armoede of met een migratieachtergrond. Die eigenschappen vormen een drempel om aan te pikken bij het aanbod van bepaalde verenigingen of overheden.
Deze vaststellingen worden al tientallen jaren gemaakt. Het is niet verwonderlijk dat er ook stevig aan wordt gewerkt. De G-sport levert hiervoor een relevante illustratie, waarbij mensen met heel diverse beperkingen succesvol aan het sporten slaan. Er is speciale begeleiding, accommodaties, soms aparte clubs enzovoort. Zo’n aanpak lukt.
Voor andere mensen, bijvoorbeeld mensen in armoede of met een etnisch-cultureel diverse achtergrond, zijn de resultaten niet zo succesvol. Toch zetten velen zich in om voor en zeker met deze groepen een prima sport- en bewegingsaanbod uit te werken. Het rond 1990 ontstane Buurtsport levert nog steeds heel wat inspiratie, ondertussen aangevuld met vele rijke praktijken.
Wat zijn sociale sportinitiatieven?
Met het onderzoek doen we een aanzet om sociale sportinitiatieven te definiëren. Sociale sportinitiatieven, verder ook als “SSI” benoemd, koppelen twee verschillende doelstellingen. De ene is duidelijk: het gaat over actieve sport- en beweging, ongeacht de discipline, het niveau en de methode. De tweede doelstelling is sociaal en dat heeft alles te maken met mensen, groepen of gemeenschappen meer kansen op deze sportbeoefening geven. Er liggen immers drempels die de toegang tot vele kansen bemoeilijken of zelfs onmogelijk maken.
Het vraagt een bijzondere aandacht om deze uitsluiting en achterstelling te bestrijden en de aanpak vertakt zich over beleidsdomeinen zoals huisvesting, onderwijs, zorg en gezondheid, werkgelegenheid enzovoort. Daarom spelen SSI’s hun rol in een bredere context: ze streven naar meer participatie in alles wat zich in de samenleving aandient. Sport is daartoe zowel een doel op zich als een middel. Een opstap naar meer deelnemen en indien mogelijk ook mede-eigenaarschap.
De ambitie: SSI’s zichtbaar en (h)erkenbaar maken
Dit onderzoek is vooral een vooronderzoek. We willen niet meteen alles in schone vakjes steken. Dat is ook niet mogelijk, maar we kunnen wel een stap vooruit zetten door duidelijkheid te scheppen over de mogelijke plek van SSI’s in het sportbeleid. Die plek kan heel verschillend zijn, en vraagt om keuzes en het vinden van de juiste argumenten. Daartoe wil dit onderzoek zeker bijdragen.
Met dit onderzoek willen we stappen vooruit zetten door intensieve communicatie met de direct betrokken spelers. Dat zijn de SSI’s en een aantal begeleidende of academische spelers. Zo streven we naar nieuw en bruikbaar materiaal voor ondersteunende partners zoals Sport Vlaanderen en de federaties, het BIND-netwerk, ISB, Demos en andere overlegtafels. Daar wordt het werk op de langere termijn voortgezet.
Planning en aanpak
Het onderzoek startte in november 2020 en loopt tot april 2021. De voorbije maanden groeide een sneuveltekst met inspiratie voor de toekomstige steun van SSI’s. Deze nota willen we ter discussie voorleggen aan betrokkenen uit de praktijk. Samen gaan we op zoek naar de argumenten voor wel of niet wenselijke keuzes. We organiseren daarvoor tussen januari en april vier strak geleide focusgroepen met veldwerkers en diverse ondersteunende partners bij overheid en private initiatieven.
Daarnaast verspreiden we in januari een vragenlijst die onderzoekt hoe de SSI’s zichzelf nu en in de wenselijke toekomst zien. De verwerking daarvan biedt ongetwijfeld nieuw materiaal voor een slotrapport. Dat verschaft duidelijkheid over de manieren waarop lokale en Vlaamse overheden beter kunnen inspelen op de noden van de SSI’s. Dit alles moet klaar zijn voor Pasen 2021. Vandaar ook de bescheidenheid van dit onderzoek. We zien het, na ons voorbereidende werk van de voorbije jaren, als een noodzakelijke volgende stap in een traject naar een zo goed mogelijke ondersteuning van SSI’s. In de komende maanden volgen er nog twee artikels die zullen rapporteren over het verdere verloop en natuurlijk ook de conclusies uit het onderzoek.
Meewerken?
Met dit artikel lanceren we een oproep aan iedereen die geïnteresseerd is om aan dit onderzoek mee te werken. Je kan je aanmelden om mee te werken aan de bevraging door contact op te nemen met guy.Redig [at] gmail.com. Ben je geïnteresseerd om mee te werken aan een focusgroep, heb je vragen of suggesties? Laat het ons dan a.u.b. weten.