Mensen met een handicap: thuis in de wereld van cultuur?

item_left

foto(c)Birmingham_Hippodrome

item_right

Mensen met een handicap: thuis in de wereld van cultuur?

Kris

In een opiniestuk voor De Standaard schrijft socioloog Thijs Dillen hoe Jan, zijn broer met een handicap, in de pauze van een klassiek concert gevraagd worden om de zaal te verlaten. Jan genoot zo hard van het concert dat hij enthousiaste geluiden maakte die de muzikanten uit hun concentratie haalden. Omdat het al de vijfde keer was dat dit Jan overkwam, kroop Thijs in zijn pen. Hierop publiceerde de Standaard een artikel dat dieper inging op dit onderwerp. Ook Demos werd gepolst naar een reactie. Omdat de discussie op dit moment enkel te volgen is voor de lezers van De Standaard, geven we hier ook onze visie en concrete tips.

foto(c)Birmingham_Hippodrome

Herkenbaar verhaal

Het verhaal van Jan is geen alleenstaand geval. Mensen met een handicap worden wel vaker geweigerd, binnen cultuur maar ook binnen de sportclub of in de jeugdvereniging. De manier waarop dit gebeurt, laat vaak te wensen over. De houding tegenover mensen met een handicap is dikwijls zeer dubbelzinnig. Doorgaans worden ze heel omzichtig en liefdevol behandeld, maar wanneer het wat moeilijker gaat, wanneer het 'wringt' of 'stoort', dan zit men plots erg snel aan 'de grenzen van wat mogelijk is'. We gaan toch zo stuntelig en onbehouwen om met mensen met een handicap, met zo weinig schakering tussen zeemzoet en bikkelhard. Nochtans is het hier erg duidelijk: mensen met een handicap gooi je niet buiten. Als het vervelend is, zit je toch samen de rit uit. Andere leden van het publiek die hun beleving verstoort zien, kunnen gecompenseerd worden. Een muzikant die van alteratie niet de perfecte performance neerzet, leert dat de wereld desondanks toch blijft draaien. Iemand buiten smijten die zijn enthousiasme niet goed kàn beheersen, is echt het allerlaatste.

Maar omdat mensen met een handicap opgroeien en leven in een soort parallelle wereld, hebben de meeste mensen ook nooit 'geleerd' om op een fijne manier met hen op te gaan. Onze samenleving is niet voorzien op hun aanwezigheid. En ze vormen een relatief kleine en onzichtbare groep, een quantité négligeable. Ze vallen tussen twee stoelen in: de cultuursector komt maar moeilijk toe aan mensen met een handicap, welzijn komt maar moeilijk toe aan cultuur. 

Toegankelijke cultuur

Af en toe flakkert de aandacht op voor toegankelijke cultuur, maar die deemstert ook snel terug weer weg. Er zijn geïsoleerde voorbeelden van goede praktijken. Het artikel in De Standaard vermeldt er een aantal zoals Bravooo in Concertgebouw Brugge, de samenwerking tussen NT Gent en Psychiatrisch Centrum Dr Guislain en de werking CC De Werft uit Geel. Maar dit blijven uitzonderingen. Een brede beweging blijft uit. Participatie wordt dan ook als een gunst gezien en niet als een recht, terwijl er wel degelijk een recht op redelijke aanpassingen bestaat. Maar wie passeert er nu langs de rechter om een plaats in een schouwburg af te dwingen of zoon of dochter in te schrijven in een sportclub of jeugdvereniging? 

Natuurlijk gebeuren er interne - vaak technische - aanpassingen (zoals ringleidingen bijvoorbeeld) maar er wordt relatief weinig geïnvesteerd in het uitbouwen van een netwerk dat bruggen kan bouwen tussen de cultuurinstelling en de mensen met een handicap zelf. Zo blijven de aanpassingen soms onderbenut en blijft de return on investment uit, wat nieuwe of extra investeringen tegenhoudt. Bovendien heeft toegankelijkheid te maken met een hele keten aan maatregelen. Eén schakel aanpakken, blijkt vaak niet voldoende.

Het kan ook anders

Het Verenigd Koninkrijk (VK) toont dat het ook anders kan. Daar bestaat zoiets als een ‘relaxed performance’. Felle lichten en geluiden worden achterwege gelaten, het zaallicht blijft een beetje aan. Er is tolerantie voor spontane kreten en geluiden en voor mensen die opstaan uit hun stoel en rondlopen in de zaal. Ook kan je vrij in en uit de zaal en er is een plekje voorzien als je even wil bekomen van de voorstelling. Dat staat ook zo aangekondigd, iedereen weet op voorhand waaraan zich te verwachten. Voorbeelden vind je bij de Birmingham Hippodrome, Shakespeare's Globe of The National Theatre. Deze maatregelen vinden hun wortels in de emancipatiebeweging van mensen met een handicap zelf. In het Verenigd Koninkrijk werd die beweging versterkt door kunstenaars met een handicap en vice versa. Al moeten we ook niet te hard van stapel lopen. Ook in het VK is er nog veel werk aan de winkel en door de bezuinigingen van de laatste jaren bouwen organisaties terug heel wat voorzieningen af.

Artistieke vrijheid

Natuurlijk speelt de keuzevrijheid van de kunstenaar een rol. Niet alleen om bepaalde geluiden te tolereren maar ook om een boventiteling of een doventolk naast zich te tolereren. Er zijn makers die alle aandacht op zich willen en absolute stilte voor hun concentratie. Dat is hun volste recht, maar dan moeten ze daar ook open en eerlijk over communiceren en niet pretenderen dat 'iedereen welkom is' wanneer dat niet zo is. De communicatieplicht wordt nu vaak bij de persoon met een handicap gelegd. Deze moet z'n komst aankondigen en beleefd op voorhand vragen of ze wel mogen komen. Maar het is aan de organisator om die grijze zone weg te nemen, niet aan mensen met een handicap om te dubbelchecken of ze wel echt welkom zijn als ze een ticket hebben gekocht. 

Opmerkelijk is trouwens dat veel van die theatercodes in zekere zin arbitrair zijn. Ze draaien grotendeels rond zelfbeheersing (stil zijn, geen kuchje of niesje, klappen op het juiste moment en de juiste manier …). Ze zijn gecultiveerd door de adelijke elite in de 18de  en 19de eeuw om zich te onderscheiden van de opkomende bourgeoisie. Ze blijven tot op vandaag een uitsluitingsmechanisme, ook al zijn ze zogezegd ‘mainstream’ geworden. Ze hangen zo vast aan onze podiumcultuur dat elke verandering meteen wordt aangevoeld als een verlies van kwaliteit.

Waar wachten we toch op?

Er zijn ook makers en spelers die losser kunnen omspringen met die theatercodes, die genieten van de interactie met het publiek. Er zijn er veel mogelijkheden voor makers en huizen die willen experimenteren. Zowel de overheid als private fondsen hebben hier projectmiddelen voor veil. Vanuit Demos helpen we je graag verder. Komaan, wie organiseert de eerste 'relaxed performance' in Brussel of in Vlaanderen? Wie toont de collega's wat een fijne meerwaarde mensen met een handicap hebben voor onze samenleving?