Cahier van Demos verschenen tussen 2008 - 2015
Ambities bespreken verhoogt de slaagkans van een samenwerkingsverband
item_left
item_right
Ambities bespreken verhoogt de slaagkans van een samenwerkingsverband
Participatief werken doe je meestal niet alleen, maar in samenwerking met andere organisaties, niet zelden uit verschillende sectoren. Om zo'n samenwerkingsverband succesvol te maken, is het cruciaal om de ambities en belangen van elke partner duidelijk te krijgen en openlijk te delen met elkaar.
Verschil tussen ambities, belangen en engagement
Maak voor de start van een samenwerkingsverband genoeg tijd om jezelf en elkaar te bevragen over het doel en de motivatie om deel te nemen aan een samenwerking. Kom er ook regelmatig op terug tijdens je samenwerking.
Onderstaande vragen helpen om de richting, de onderliggende agenda's en het potentieel van de samenwerking helder te krijgen. Bij het beantwoorden van de vragen kan je een onderscheid maken tussen elk individu dat deelneemt aan het netwerk of samenwerkingsverband en de organisatie waar hij of zij voor werkt. Want de ambities, belangen en engagement zijn op individueel niveau niet per definitie dezelfde als op organisatieniveau en ook dat is fijn om te weten van elkaar.
- Ambities: Wat wil je veranderen?
- Belangen: Waarom zou je er tijd in steken? Wat hoop je eruit te halen?
Belangen zijn de motor van de samenwerking. Door belangen openlijk te bespreken zorg je ervoor dat ze constructief kunnen ingezet worden en later geen stokken in de wielen gaan steken. Belangen bepalen onherroepelijk hoe iedere partij naar de samenwerking kijkt. Je kunt ze dus maar beter op tafel krijgen. - Engagement: Wat wil en kan je bijdragen?
Het is motiverend om te benoemen welke krachten en hulpbronnen aanwezig zijn in het partnerschap. Juist door het delen en verbinden van sterktes en hulpbronnen kan de samenwerking meerwaarde creëren.
Aan de slag
Onderstaande oefeningen helpen je op weg om ambities, belangen en engagement bespreekbaar te maken in jullie samenwerkingsverband. Je vindt deze oefeningen en andere tools ook op de website van vormingsorganisatie PRONET (Arteveldehogeschool).
Oefening 1 (ambities): De mirakelvraag
Dit is een oefening om de ambitie van jullie samenwerkingsverband duidelijk te krijgen en helpt om creatief na te denken over doelen, projecten, acties en gewenste veranderingen.
De mirakelvraag klinkt als volgt: “Stel dat er vannacht een wonder gebeurt en dat al jouw dromen i.v.m. deze samenwerking uitgekomen zijn: wat zou er dan veranderd zijn, wat zou er gerealiseerd zijn?”
De mirakelvraag werkt het best in kleine groepjes. Er is een spreker en een (of meer) luisteraar(s). Het is belangrijk dat de spreker vrije spreektijd krijgt, met stiltes en haperingen erbij. De luisteraar schept deze ruimte door met belangstelling te luisteren. Hij komt niet tussen met zijn eigen ideeën, maar wel met ondersteunende en aanmoedigende vragen. Een derde persoon kan eventueel alles noteren. De verwerking van de gesprekken kan op verschillende manieren: bv. ieder vertelt wat de belangrijkste elementen waren; of de partner/observator brengt wat gezegd is op een gezamenlijke flap.
Oefening 2 (belangen): Het brengen/halen gesprek
Dit is een oefening om de belangen van elk individu en partnerorganisatie duidelijk te krijgen.
Bespreek volgende vragen openhartig met alle partners. In de antwoorden van elke partner ligt het 'materiaal' om synergie te smeden en succesvol samen te werken.
- Wat kan jouw organisatie inbrengen om ons gezamenlijk idee / project vooruit te helpen? Welke expertise, middelen, hulpbronnen, ...
- Wat hoopt jouw organisatie dat deze samenwerking bijbrengt voor de eigen ontwikkeling? Op welke meerwaarde hoop je voor jouw organisatie?
Oefening 3 (engagement): Sterktes en hulpbronnen
Dit is een oefening om het engagement van elk individu en elke partnerorganisatie duidelijk te krijgen.
Doe een gespreksronde, waarbij ieder om beurt evenveel spreektijd krijgt. De vraag voor de gespreksronde kan zijn: Op welke manier voelt jouw organisatie zich betrokken bij het thema/doel van deze samenwerking + welke bijdrage denk je dat jouw organisatie kan leveren?
Werk volgens het “popcorn-principe”: wie voelt dat hij/zij het woord wil nemen, neemt zijn beurt. Ga niet in discussie, maar beperk de interactie tot verduidelijkende vragen. Je kan ook met post-its werken: ieder schrijft zijn kwaliteiten en hulpbronnen op een post-it. Deze worden door de groep samen overlopen en in clusters samen gebracht.
Deze methodiek werd ingezet in het kader van het Cera Impulsprogramma voor participatieve kunstpraktijken.