Vrije tijd van jongeren die in voorzieningen of instellingen verblijven

item_left

foto (c) wvg vlaanderen

item_right

Vrije tijd van jongeren die in voorzieningen of instellingen verblijven

Document

In dit rapport bundelt Artesis Plantijn Hogeschool de resultaten van een grootschalige bevraging van een 450-tal jongeren tussen 10 en 18 jaar die in een voorziening verblijven. Dit onderzoek brengt in kaart in welke mate deze tieners een passend vrijetijdsaanbod vinden en welke rol het bestaande jeugdwerkaanbod daarin speelt. Leven in een voorziening heeft een ingrijpende impact. Kinderen en jongeren worden (nood)gedwongen op deze manier gehinderd in een 'normaal' leven. Schoolgaan, sociale relaties, vriendschappen, gezinsleven,... verlopen fundamenteel anders. Net voor deze jongeren is de ruimte die vrije tijd biedt voor persoonlijke ontwikkeling van fundamenteel belang. Jongeren ontwikkelen veerkracht tijdens vrije tijd. Ze bouwen een netwerk op dat later kan dienen als vangnet wanneer ze de voorziening verlaten.

foto (c) wvg vlaanderen

Residentiëel verblijf betekent inboeten op vrije tijd maar biedt ook nieuwe kansen

Een derde van de jongeren geeft aan dat ze de vrijetijdsbesteding niet kunnen verderzetten. Ondanks de goede wil van de voorzieningen staan praktische of financiële bezwaren vaak in de weg. Vrij te bepalen vrije tijd staat voor deze jongeren ook onder druk: als de jongeren occasioneel thuis zijn, komt daar de familietijd op de eerste plaats. Gelukkig zijn er ook jongeren die net dankzij de voorziening kennismaken met een passend vrijetijdsaanbod. Twee derde van de voorzieningen verklaren een structurele samenwerking met externe (jeugdwerk)organisaties te hebben. Daardoor kunnen de jongeren de nieuw gevonden activiteiten makkelijker verder zetten.

Eerder beperkt activiteitenaanbod met soms weinig inspraak

Het activiteitenaanbod in de voorziening is eerder klassiek, genderbevestigend en weinig gevarieerd. Het aanbod biedt weinig tot geen artistieke of culturele activiteiten, sport is beperkt en jongeren nemen zelden deel aan activiteiten buiten de voorziening. Inspraak of keuze is vaak ondergeschikt aan de leefgroep, personeelsbezetting of het interne vrijetijdsaanbod. Toch rapporteert slechts 10% van de jongeren geen inspraak te hebben in de vrijetijdsinvulling. De overige 90% beslist zelf of in samenspraak met anderen.

Tevredenheid is hoog, maar is 'vrije tijd' in hulpverlening wel echte 'vrije' tijd ?

Jongeren lijken tevreden over de vrijetijdsbesteding in de voorziening: 76 % rapporteert eerder tevreden of tevreden te zijn. In de interviews valt wel op dat de ‘vrije tijd’ zich afspeelt binnen een ‘onvrije’ context en dat jongeren hun verwachtingen hieraan aanpassen. In sommige voorzieningen zijn vrijetijdsactiviteiten te verdienen of te verliezen, wat vrije tijd een gecontroleerde activiteit maakt.

Conclusies en opvolging

De meeste voorzieningen erkennen het belang van een lonende en uitdagende vrijetijdsbesteding voor deze kwetsbare groep jongeren en nemen dit op in het behandelingsplan. Sommigen nemen hier zelfs een voortrekkersrol in op. De uitdagingen liggen in het wegwerken van financiële drempels en het intensiveren van de samenwerking met het jeugdwerk en de vrijetijdssector.

We verkennen of we de lokale jeugddiensten kunnen aanmoedigen om de voorzieningen in de regio systematisch te informeren over het vrijetijdsaanbod in de gemeente. Ook een vervolgonderzoek over de ontwikkeling van een reflectie-instrument om vrijetijdsbeleving bij deze groep jongeren te meten, behoort tot de mogelijkheden.